Op 2 augustus schreef ik een blogpost met als titel "De ene schrijfwedstrijd is de andere niet". In dat stukje deelde ik mijn eerste impressies na een half jaar deelnemen aan schrijfwedstrijden allerhande. Achteraf besef ik dat ik in dat stukje vooral over uitgeverijen schreef; vandaar dat ik voor dit vervolgstukje een kleine wijziging aanbracht in de titel.
Ondertussen zijn we weer een aantal maanden verder en de "nominatieteller" staat op zestien:
Als je Vlaanderen (6.5M inwoners) en Nederland (17.2M inwoners) samenrekent als Nederlands taalgebied, dan kom je uit op ongeveer 27,4% Vlamingen en 72,6% Nederlanders. Die verhouding reflecteert zich niet in mijn nominaties voor schrijfwedstrijden in Vlaanderen en Nederland. Bij de zestien genomineerde verhalen zaten twee Engelstalige teksten "The Empty Palace" (Flash Fiction, Sweek) en "Meeting the Parents" (Furious Fiction, Australië) die ik even buiten beschouwing laat. Als ik enkel naar de Nederlandstalige verhalen kijk, dan heb ik slechts twee nominaties in Vlaanderen: een eervolle vermelding voor "Het Groot Dictee Heruitgevonden" en een nominatie voor De Schrijfwolf (waarvan de uitslag volgende week in Dilbeek wordt bekendgemaakt). Twee Vlaamse nominaties tegenover maar liefst twaalf Nederlandse; dat zijn 14,3% Vlaamse nominaties versus 85,7% Nederlandse. Er kunnen nog één of twee nominaties bijkomen, maar die zullen de balans nog meer richting Nederland doen doorslaan.
Hoewel ik nog niet lang genoeg bezig ben om conclusies te trekken uit die cijfers, zie ik al één groot verschil. Het fenomeen waarbij een wedstrijd uitgeschreven wordt met de bedoeling de beste twintig tot vijftig verhalen te bundelen in een boek, bestaat in Vlaanderen zo goed als niet.
Ik was aanvankelijk redelijk negatief over dit fenomeen, omdat de eerste "resultaten" die ik boekte op teleurstellingen uitdraaiden. Ik heb ondertussen echter ook voorbeelden gezien van uitgeverijen die het principe wel goed toepassen. Ik heb het hierbij dan over Godijn Publishing dat mijn verhaal "Jonker Galgenaas" opnam in de bundel "Et Ille" en Uitgeverij LetterRijn dat mijn verhaal "De houdbaarheid van rattenvergif" publiceerde in "Dood door onschuld".
Bij Sweek hekelde ik vooral het feit dat de teksten niet geredigeerd waren. Dat zorgde in de Nederlandse uitgave voor zinnen met DT-fouten die pijn deden aan de ogen en in de Engelstalige uitgave voor teksten in steenkolenengels. Bij een serieuze uitgeverij zoals Godijn en LetterRijn werd er gelukkig veel zorg gedragen voor de taal.
Goed redactiewerk is goud waard en als auteur vond ik het een mooie beloning een mooi geredigeerde versie van mijn verhaal terug te krijgen, niet alleen digitaal, maar ook in de vorm van een gratis boek. Bij de wedstrijden van Sweek moest je je boek zelf kopen en is het nog niet eens geredigeerd. Het is ook mooi dat Godijn en LetterRijn hun auteurs een auteurskorting geven bij aankoop van extra boeken. In beide gevallen heb ik met plezier een aantal extra exemplaren gekocht voor de familie.
Als je extra boeken koopt en ze blijken erbarmelijk uitgegeven te zijn, dan verberg je die extra exemplaren nog liever ergens diep in je eigen boekenkast dan dat iemand het cadeau kan interpreteren als iets waar je zo vlug mogelijk van af wou. De Sweekboekjes werden aangeboden in een POD-context: Print On Demand. Godijn en LetterRijn werken met een vooraf bepaalde oplage die gedistribueerd wordt via de geijkte verkoopskanalen. Zij hebben er baat bij dat het boek er ook mooi uitziet; een mogelijke koper die het in handen neemt in een boekenwinkel, moet er een beetje door verleid worden.
Beide uitgeverijen zorgden ook voor een leuke boekpresentatie. Bij Godijn gebeurde dit op een prachtige locatie en in Middeleeuwse klederdracht met interessante lezingen rond het thema van de wedstrijd (en van de "maand van de geschiedenis" die met de boekpresentatie afgetrapt werd). Bij LetterRijn kregen acht auteurs vijf minuten het podium om een tekst voor te lezen in een leuk zaaltje op een kinderboerderij. Nadat ik aangenaam verrast was door mijn korte bezoekje aan Gorinchem (zie Gorcumse Literatuurprijs) leerde ik het charmante Kampen kennen en Leidschendam-Voorburg. Als ik blijf winnen in Nederlandse wedstrijden, dan zal ik ooit nog heel Nederland kennen, alsook een groot aantal Nederlandse collega-auteurs.
Die interactie met de andere winnaars is ook een grote meerwaarde waarom ik in de toekomst eerder een verhaal zou insturen voor Godijn of LetterRijn dan voor pakweg Keytree. Godijn en LetterRijn doen veel meer om het boek te promoten en een <i>community</i> te bouwen rond auteurs. Een nieuwe recensie op Hebban? Die wordt meteen gedeeld!
Ik heb het er moeilijk mee als er een wedstrijd georganiseerd wordt zoals de Keytree thriller wedstrijd en de wedstrijdpagina bijna acht weken na de wedstrijd nog altijd geen informatie bevat over het aantal inzendingen, hoeveel verhalen de long-list bevat en wanneer de winnaar bekend zal gemaakt worden. Allemaal info die je bij een degelijk georganiseerde wedstrijd mag verwachten.
Wat de kwaliteit van de verhalen betreft, kan ik nog weinig zeggen over "Dood door onschuld". Ik heb nog maar een handvol verhalen gelezen van de vijfentwintig, maar ik heb de indruk dat de kwaliteit goed is. Bij "Et Ille" was ik aanvankelijk verrast door de keuze om de verhalen in de volgorde te plaatsen zoals ze na jurering uit de bus kwamen: het verhaal dat de eerste plaats behaalde eerst; het verhaal dat de vijfentwintigste plaats behaalde laatst. Ik dacht: oei, wat als het boek na een sterke start steeds zwakker wordt? Mijn vrees was onterecht. Er zaten een aantal verhalen tussen die ik wat minder vond, maar die waren netjes verspreid over het boek. In het algemeen vond ik de meeste verhalen goed tot zeer goed, zelfs naar het einde toe. Jorrit Stelma behaalde bijvoorbeeld "maar" plaats 25 met het verhaal "Naar de wind keren" dat ikzelf eerder in de top 10 had geplaatst. Ik vermoed dat de jury het heel moeilijk gehad heeft om tot een ranking te komen.
Met andere woorden: ik was niet beschaamd om mijn ouders, schoonfamilie en zonen een exemplaar cadeau te doen. Een bundel van Sweek of één van de bundels die het voorbije jaar tot stand kwam via schrijverspunt.nl had ik hen niet durven aanbieden. Zowel bij de boekpresentatie van "Et Ille" als die van "Dood door onschuld" kwam schrijverspunt.nl ter sprake. In Leidschendam-Voorburg las ik het verhaal "Stamboom" voor dat de selectie van 50 verhalen niet haalde in de "Onder de boom" wedstrijd van schrijverspunt.nl. Toen ik dat vertelde, kreeg ik van meer dan één auteur de reactie: "We snapten het ook soms niet waarom ons verhaal het niet haalde, terwijl andere verhalen die soms bol staan van grammaticale en andere fouten wel geselecteerd raakten. We doen niet meer mee aan wedstrijden van schrijverspunt.nl."
Ikzelf volhardde nog in de boosheid door deel te nemen aan de wedstrijd "Liefde op en naast het veld", maar er waren slechts 48 inzendingen, terwijl er meestal 50 verhalen geselecteerd worden voor publicatie. Die wedstrijd leidde dus niet tot een boek. Het was nochtans de eerste "win een publicatie" wedstrijd van een Vlaamse uitgever waar ik aan deelnam: SVM Publishing.
Volgende week is er de prijsuitreiking van De Schrijfwolf in Dilbeek. De beste vijf verhalen zullen gepubliceerd worden op de e-readers van de regionale bibliotheken. Dat is leuk, maar zijn er behalve SVM Publishing echt niet meer uitgeverijen in Vlaanderen die zo'n wedstrijden organiseren? En zo ja, hoe goed zijn die?
Mijn verlanglijstje voor zo'n wedstrijd ziet er alvast als volgt uit (in volgorde van belangrijkheid):
Heel belangrijk! De wedstrijd moet ook voldoen aan de voorwaarden die ik voor mijn schrijfkalender opstelde:
Deze kalender is een overzicht van schrijfwedstrijden voor proza in Nederland en Vlaanderen waar gratis aan kan deelgenomen worden en waar geen onoverkomelijke beperkingen voor gelden. Zijn uitgesloten: wedstrijden waar enkel debuterende schrijvers aan mogen deelnemen, wedstrijden waarbij deelnemers in een specifieke stad moeten wonen, wedstrijden waarbij enkel naar poëzie gevraagd wordt.
Een geldprijs vind ik niet echt noodzakelijk. Ook vergoedingen in natura zoals schrijfcursussen of waardebonnen vind ik niet nodig, vooral niet als ze "lokaal gebruikt" moeten worden; "lokaal" betekent voor mij vaak "op bijna drie uur rijden van Gent".
Welke Vlaamse uitgeverij komt als eerste met zo'n wedstrijd op de proppen?