Ja, ik doe nog steeds mee aan de wekelijkste schrijfopdracht.
Ja, ik heb opnieuw drie verhaaltjes klaar.
Wat wedstrijden betreft, heb ik een wat mindere periode achter de rug. Ik stuurde verhalen in voor de Water & Dorst wedstrijd en de Thriller wedstrijd, maar ik ben er niet onverdeeld gelukkig mee.
Ik schreef ook het verhaal "De liefde van een cheerleader" voor een wedstrijd van schrijverspunt.nl en SVM Publishing. Het thema van de wedstrijd was (en is) "Liefde op en naast het veld". Omdat ik verwachtte dat er veel verhalen in de sfeer van traditionele sporten zouden komen (voetbal, tennis, wielrennen,...) koos ik voor cheerleading en American Football. Ik begon met een verhaal over Roshanda en DeShawn, allebei studenten in hun laatste jaar aan de high school van Pahokee. Het was mijn bedoeling een portret te maken van een meisje dat knokt om hogerop te geraken op de sociale ladder. Ik wandelde met Google Streetview door de straten van Pahokee, me inbeeldend waar ze woonde, hoe ze naar school ging, waar ze aan sport deed. Ik deed ook research naar cheerleading. Maar toen bezocht ik de site van SVM Publishing en merkte ik dat "sociaal drama" niet bepaald een genre was dat aan bod komt in de boeken die door die specifieke uitgeverij gepubliceerd worden. Daarom gooide ik het roer om en voegde ik een soft-erotische passage toe. Het resultaat is een verhaal dat nog altijd niet past in het genre van de uitgeverij, maar misschien ook niet echt geslaagd is als portret. Ik weet het niet. We zien wel wat het wordt. Ik heb in ieder geval weinig goede ervaringen met schrijverspunt.nl. Tot nu toe heeft die jury nog geen enkel verhaal van mij geselecteerd (en nochtans halen er altijd 50 verhalen de long-list).
De volgende wedstrijden waar ik nu verhalen voor aan het schrijven ben, hebben een deadline in november. Ik ben bezig aan een sterk verhaal voor de Zonderlingen wedstrijd, maar om te schrijven over een Winterherinnering ben ik nog niet in de stemming.
Opdracht: Psychologische verandering
Schrijf een stuk tekst (het hoeft niet per se een compleet verhaal met kop en staart te zijn) waarin de hoofdpersoon een psychologische verandering ondergaat. Dat kan meerdere oorzaken hebben: dementie, een naar boven gekomen trauma of misschien wel iets heel anders. De moeilijkheid schuilt erin ervoor te zorgen dat de verandering bij de lezer overkomt, maar zonder dat het er al te dik bovenop ligt. Probeer het binnen de 500-600 woorden te houden.
Inzending: De invasie
De pijn is weg.
Al lang.
Het is verbazingwekkend hoe snel een mens herstelt van pijn.
Maar waar de pijn verdween, bleef leegte achter: de onbeslapen helft van het veel te grote bed, de lege stoel aan tafel, het gat in mijn hart. Alles heb ik geprobeerd om die leegte te vullen. Ik percoleerde alcohol. Dat gaf mijn brein de illusie dat ik weer volledig was, een gevoel dat prompt met een onhoudbare plas werd doorgespoeld. Ik bewerkte mezelf met een mes op de tonen van Nine Inch Nails of Johnny Cash, al naargelang van het uur van de dag ―de Nails in de ochtend, Cash in de avond: I hurt myself today / To see if I still feel / I focus on the pain / The only thing that’s real. Het bevestigde alleen wat ik al wist: pijn duurt maar even; leegte is voor eeuwig.
Alles veranderde toen hij me kuste. Hij kruiste mijn pad, zag dat ik gebroken was en besloot mij te helen. Het was in een oogwenk gebeurd; de tijd die nodig is om de lippen op elkaar te zetten en twee tongen te laten kronkelen. Ik bood geen weerstand. Zijn kus vervulde me met een gevoel dat ik als mens nog nooit gevoeld had. Het was niet van deze wereld; na zijn daad van barmhartigheid was ik weer heel en ongebroken.
Die avond keek ik voor het eerst sinds lang in de spiegel. Er straalde iets in mijn ogen; er zat een speelse trek om mijn mond. Die vrouw had ik al een eeuwigheid niet meer gezien. Ik maakte me mooi en ging een avondje stappen. De ogen van de eerste jongen die ik kuste, kleurden zwart. Hij stierf ter plaatse. Niet elk menselijk lichaam kan het aan gastheer te zijn van het bewustzijn dat voortaan mijn leegte vult. Ik liet het levenloze lichaam in een donker steegje achter, op zoek naar de volgende kandidaat. Bij mijn tweede vangst had ik meer succes; hij ontving de gast als een zegening. Zo ging ik van gastheer naar gastheer, leegte na leegte opvullend.
Het spreekt vanzelf dat dit niet kon blijven duren; we vielen op. De rollen werden algauw omgekeerd: wij werden de prooi en zij de jagers. De overheid schakelde het leger in om ons uit te roeien. De stad werd in vuur en vlam gezet. Het was vergeefse moeite. De vlammen verjaagden ons, maar het vuur kon ons niet verdelgen. We zwermden uit naar de ons omringende steden.
Binnenkort zal geen enkel mens nog aan de leegte lijden; binnenkort zijn we allemaal met elkaar verbonden dankzij onze gast. One kiss is all it takes.
Opdracht: Spiegel
Elke dag kom je waarschijnlijk wel minimaal één spiegel tegen. Spiegels zien ons op onze goede en slechte dagen. Soms vraag ik me wel eens af wat een spiegel allemaal ziet en te vertellen heeft. Vertel in 700 woorden over of vanuit het perspectief van een spiegel. Wat heeft de spiegel gezien of meegemaakt. Ik ben benieuwd wat jullie bedenken.
Inzending: Bespiegelingen
7:30 AM, in de badkamer
Elke dag komt hij voor me staan, maar er is geen teken van herkenning wanneer hij naar me kijkt. Ik zie een ongeschoren man, net uit bed, maar nog vermoeid. Hij staart me aan met ogen die niets zien. Hij heeft alle interesse verloren in zichzelf –dus ook in mij.
Elke beweging die hij maakt, doet hij op automatische piloot. Uit gewoonte wrijft hij zijn ogen uit, pletst er wat druppels water op, een vergeefse poging om wakker te worden. Vervolgens poetst hij zijn tanden met zijn elektrische tandenborstel; een halve minuut voor elk kwart van zijn gebit zoals hij ooit op de verpakking las. Hij doet het routineus en met zijn ogen dicht. Hij slurpt van de kraan om zijn mond te spoelen. Een glas gebruiken doet hij niet meer. Het kan hem niets schelen als hij morst op zijn groezelig onderhemd. Hij wrijft over zijn kin alsof het een botte rasp is. Zonder me aan te kijken, beslist hij dat hij nog een dag zonder scheren verder kan.
Tot voor een paar maand keek hij mij altijd recht in de ogen aan, een knappe, verzorgde man met pretlichtjes in de ogen en een glimlach op zijn mond. Vaak stond er een mooie, jonge vrouw naast hem. Haar tandenborstel, make-up en verzorgingsproductjes staan er nog, maar haar heb ik al lang niet meer gezien. Ik vraag me af waar ze gebleven is.
8:00 AM, in de keuken
Ik ben nog altijd gebroken, maar hij heeft mij nog niet vervangen. Het maakt hem niets uit. Hoe hij eruitziet, is het minste van zijn zorgen.
Niets is nog hetzelfde sinds ze ruzie maakten. Vroeger stonden er twee kopjes op tafel. Nu zie ik zijn ene kopje in veelvoud door mijn scherven. Hij gebruikt nog altijd het kopje zonder oor dat hij naar haar gooide toen ze hem opbiechtte waar ze de hele nacht gebleven was. We waren er allemaal kapot van.
Sindsdien delen we elke ochtend stilzwijgend onze smart. Ik vraag me af of ze nog terugkomt.
8:30 AM, in de hal
Ik wil hem zeggen dat hij zichzelf beter moet verzorgen. Dit is al de derde dag op rij dat hij met hetzelfde overhemd de deur uitgaat. Die vlek op zijn mouw zal er zichzelf niet uit wassen. Waarom kijkt hij me nooit meer aan om te zien of zijn kraag wel goed zit?
Zijn jas blijft ongebruikt aan de kapstok hangen. Heeft hij nog niet gemerkt dat het kouder wordt? Haar jassen zijn allemaal weg. Hij stopte ze in een grote vuilniszak die een week in de gang bleef staan, samen met een handvol dozen vol andere spullen. Ze kwam alles ophalen terwijl haar nieuwe vriend haar vanuit zijn wagen in het oog hield.
‘Je ziet er moe uit,’ zei ze.
‘Hij ziet er al de hele week moe uit,’ wilde ik antwoorden, maar ik zweeg en hij zei ook niets. Hij ziet er nog altijd moe uit. Ik vraag me af of ze beseft hoe hij eraan toe is.
1:30 AM, in de slaapkamer
Hij kijkt me alleen nog maar aan als hij in zijn kleerkast moet zijn. Hij doet dat veel minder dan toen zij hier nog was. Elke avond komt hij als een zombie de kamer binnengestrompeld. Hij werpt zijn kousen, broek en overhemd op een hoopje in de hoek van de kamer en laat zich in zijn ondergoed op het bed vallen. Hij slaapt nog altijd aan dezelfde kant.
Haar heb ik niet meer gezien sinds hij die eerste nacht alleen doorbracht. De eerste weken nadat ze uit zijn slaapkamer verdween, sliep hij amper. Ik denk dat hij daarom zijn toevlucht tot de alcohol zocht. Nu ligt hij uitgeteld te snurken tot de wekker afgaat. Elke ochtend vraagt hij zich af waarom hij nog moeite zou doen om op te staan. Enkel in het weekend blijft hij liggen. Hij ziet er elke dag ellendiger uit. Ik vraag me af of zij nu gelukkig is.
Opdracht: Geen zin
Schrijf een dialoog waarin twee personages een lunchafspraak plannen waar ze beiden stiekem geen zin in hebben. Een tip: lees je dialoog hardop voor. Zo merk je al snel waar je tekst hapert door bijvoorbeeld een verkeerde interpunctie, het tempo in je zinnen, en of de tekst past bij het personage dat je in gedachten hebt.
Inzending: Taboulé
'Hallo, met Tessa, personal assistant van Geert Geeraert. Waar kan ik u mee van dienst zijn?'
'Hallo, Merel hier, de PA van Frank Meeuws. Frank vroeg me een lunchafspraak te regelen met meneer Geeraert.'
'Is Geert ervan op de hoogte dat meneer Meeuws met hem wil gaan lunchen?'
'Ja, ze hebben elkaar gisterenavond ontmoet op een netwerkborrel en ze wilden nog wat bijpraten.'
'Een ogenblik, ik kijk even in Geerts agenda. Had meneer Meeuws een bepaalde dag in gedachten?'
'Het zou fijn zijn als ze elkaar deze week nog konden ontmoeten.'
'O, maar dat zal helaas niet lukken. Geerts agenda is volgeboekt tot het einde van de maand. Hij heeft het duidelijk drukker dan meneer Meeuws.'
'Frank zei dat meneer Geeraert vrijdagmiddag een afspraak had die gemakkelijk verzet kon worden. Kunt u dat eens nakijken?'
'Vrijdag… vrijdag… Laat me eens kijken. Op vrijdag heeft Geert een lunchafspraak met mij.'
'Inderdaad, dat is ook wat meneer Geeraert aan Frank vertelde. Hij zei erbij dat u het niet erg zou vinden die afspraak te reschedulen.'
'Als u het zegt. Moet ik ook een reservatie maken bij een restaurant?'
'Als dat kan, dan zou ik dat heel erg appreciëren.'
'Dat kan, Merel. Heeft meneer Meeuws een voorkeur laten blijken voor een bepaalde keuken?'
'Wel Tessa, Frank is onlangs een nieuw dieet begonnen en hij zou wel eens dat nieuwe vegetarische restaurant willen proberen in de Langestraat, "De Artisjok".'
'Meent u dat? Voor zover ik herinner was Frank niet vies van een lekker stuk rood vlees.'
'Dat weet ik, Tessa, maar Frank heeft besloten om gezonder te leven. Hij mijdt voortaan alles wat toxisch is.'
'Ik ben er zeker van dat het maar een fase is. Hij draait wel weer bij.'
'Niet als ik er iets kan aan doen.'
'Ach mijn kind, maak je geen illusies, meisje. Ik ken Frank al veel langer dan jij.'
'Ik ben geen kind, Tessa.'
'In de ogen van Frank ben je dat wel, Merel. Je bent niet het eerste jong blaadje dat hij consumeert. Dat maakt van hem nog geen vegetariër.'
'Ik ben wel het eerste groene blaadje waar hij jou voor heeft verlaten!'
'Is dat wat hij je wijsmaakt? Dat hij mij verlaten heeft? Ik heb hem zelf het huis uit gezet.'
'Als jij dat wil geloven, geloof dat dan maar. Mij interesseert nu vooral die lunchafspraak met meneer Geeraert.'
'Weet je wat, ik ga mijn lunch met meneer Geeraert vrijdag niet verplaatsen. Zeg tegen meneer Meeuws dat hij vrijdag kan lunchen met meneer Geeraert, maar dat ik met hen meelunch.'
'Ik denk niet dat dit de bedoeling…'
'Het aanbod is te nemen of te laten. Zelfs al moet ik daar konijnvoer voor vreten: ik ga mee of de lunch gaat niet door.'
'Als het zo zit, reserveer dan meteen voor vier personen, want dan ga ik ook mee.'
'Ha! Vertrouw je Frank niet in mijn bijzijn misschien?'
'Frank vertrouw ik volledig. Als ik iemand wantrouw, ben jij dat!'
'Ik ben niet de echtbreekster in dit verhaal.'
'Whatever!'
'Al goed, ik bel "De Artisjok" voor de lunch op vrijdag, een tafeltje voor vier waarvan drie volwassenen.'
'Bitch!'
'Bitch yourself! Tot vrijdag!'