Ik begin de tel kwijt te geraken, maar ik denk dat ik ondertussen al aan 19 nominaties zit. De 19de is een plaatsje op de short-list van 5 tekstjes (op 168 inzendingen) voor een 120-woorden wedstrijd met als thema "Depressie".
Dit was mijn inzending:
Er is geen teken van herkenning wanneer ik in de spiegel kijk.
Ik zie een ongeschoren man, net uit bed, maar nog moe. Ik plets wat druppels water op mijn gezicht en knipper met mijn ogen —een vergeefse poging om wakker te worden.
Uit gewoonte poets ik mijn tanden. Ik slurp van de kraan om mijn mond te spoelen. Een glas gebruiken doe ik niet meer. Ik mors op mijn onderhemd, maar dat kan mij niet schelen. Ik wrijf over mijn kin alsof het een botte rasp is. Zonder mezelf aan te kijken, beslis ik dat ik nog een dag zonder scheren verder kan.
Straks poets ik ook mijn tanden niet meer.
Op een dag sta ik niet meer op.
Ik zie nu pas dat er een reactie kwam op mijn 120 woorden. Ene Marieke schreef: "Ik lees je. En ik voel met je mee. Ik gun je kracht om erdoorheen te komen."
Voor alle duidelijkheid: als ik schrijf, put ik uiteraard vaak uit eigen ervaring om mij in te kunnen leven in de personages die ik in mijn verhalen opvoer, maar de uiteindelijke personage zijn maar een facet van mezelf. Ik ben niet mijn personage, zels al gebruik ik de ik-persoon.
Ik schets even de ontstaansgeschiedenis van "Ochtendritueel". Het begon met de blogpost "Requiem voor Otsoe". In die post gaf ik uitdrukking aan mijn verdriet bij het overlijden van onze trouwe viervoeter. Het stukje dat ik toen schreef, vormde de basis voor het verhaal "Bespiegelingen" dat ik inzond voor Schrijfopdracht #260 voor schrijvenonline.org.
Toen ik zag dat er een wedstrijd uitgeschreven werd met als thema depressie, recycleerde ik het eerste gedeelte van dat verhaal.