Dit jaar dongen eenentwintig films mee naar de gouden palm. Van die eenentwintig zagen we er de afgelopen weken zestien. We hadden geluk: van alle films die in de prijzen vielen, was er slechts één die niet op ons programma stond. Mijn persoonlijke voorkeur voor de gouden palm ging uit naar Holy Spider (won de prijs voor beste actrice), Boy from Heaven (won de prijs voor beste scenario) en Broker (won de prijs voor beste acteur).
Holy Spider oogt als een commerciële film die een breed publiek zou moeten kunnen aanspreken, alleen speelt hij zich niet af in een of andere Amerikaanse grootstad, maar in Iran, met name in de Heilige stad Mashhad. Daar moeten heel wat alleenstaande vrouwen zich prostitueren om te overleven. Vaak zijn ze verslaafd aan drugs, al lijkt die verslaving eerder een gevolg dan een oorzaak van hun situatie. Wanneer een seriemoordenaar vrouw na vrouw oppikt om haar vervolgens te vermoorden en ergens langs de weg te dumpen, onderneemt de politie weinig actie. In zekere zin knapt de moordenaar het vuile werk voor hen op. Dat is niet naar de zin van journaliste Rahimi. Zij is in Mashhad neergestreken nadat haar werk in Teheran onmogelijk gemaakt werd door een mannelijke collega. Ze bijt zich vast in de zaak.
Het verhaal is gebaseerd op waar gebeurde feiten en het scenario lijkt op het eerste zicht tamelijk standaard, maar de onderliggende boodschap is wel heel relevant. Bovendien is het einde zeer verontrustend. Ik vond dit een echte "publieksfilm" (wat natuurlijk de kansen op winst in een filmfestival comprommiteert), maar ik was blij te zien dat de actrice die de journaliste speelde, de prijs voor beste actrice wegkaapte.
Adam is de zoon van een visser. Van zijn moeder, die ondertussen overleden is, erfde hij de interesse in boeken. Volgens zijn vader denkt Adam echter te veel na voor een jongen die voor de visvangst geboren is. Adam durft dus eerst niets tegen zijn vader te zeggen als hij bericht ontvangt dat hij toegelaten is tot de prestigieuze Al-Azhar universiteit in Caïro. Zijn vrees is onterecht. Als Allah Adam heeft voorbestemd om te gaan studeren, dan kan zijn vader niet anders dan zich daar bij neer te leggen. De school is een religieus bastion waar de overheid nooit greep op heeft kunnen krijgen. Wanneer de Imam van de school sterft, wil de overheid bekomen dat hun voorkeurskandidaat verkozen wordt tot de nieuwe Imam. De inlichtingendienst maakt gebruik van een "mol" onder de studenten om belangrijke interne informatie over het reilen en zeilen binnen de school te bekomen. Wanneer de mol echter gecomprommiteerd raakt, wordt Adam gerekruteerd. Zo komt de onverdachte, eenvoudige vissersjongen in een levensgevaarlijk web van intriges terecht.
Dat het verhaal knap ineen zit, blijkt uit het feit dat de film de prijs voor beste scenario won. Boy from Heaven is een spannende politieke thriller met een aantal actuele religieuze thema's en een ontwapenend hoofdpersonage.
In deze Koreaanse film onderzoekt de Japanse regisseur Hirokazu Koreeda andermaal op zoek naar wat er nodig is om van een "familie" te spreken. Hij deed dat al eerder in bijvoorbeeld Nobody Knows (kinderen worden alleen thuis achtergelaten door hun moeder en moeten het zelf zien te rooien), Like Father, Like Son (twee kinderen worden verwisseld bij de geboorte), en Shoplifters (kinderen worden gestolen om in hun nieuwe gezin te werken). Je zou kunnen zeggen dat Broker "meer van hetzelfde" biedt, maar ik hou nu eenmaal van dit soort films.
De Broker uit de titel is een kleermaker die een bijverdienste heeft als makelaar in kinderen. Hij "helpt" koppels die moeilijk op de officiële manier een kind kunnen adopteren aan een zoon of dochter. Om aan kinderen te geraken, doet hij een beroep op een jongeman die voor de lokale kerk werkt bij de vondelingenschuif. Er ontstaat echter een probleem wanneer plots de moeder opdaagt van een kind dat ze van plan waren te verkopen. Wat volgt, is een roadmovie waarbij het kunstmatig gevormde gezinnetje samen de boer op gaat om geschikte ouders te vinden voor de baby. Ze worden echter op de hielen gezeten zowel door de politie, als door het hulpje van een gangster aan wie de kleermaker nog een som geld verschuldigd is. Song Kang-ho, die de rol van de kleermaker speelt, maar die ook gekend is van Oscarwinnaar Parasite, won de prijs voor de beste acteur.
Zoals je ziet, won elk van de films die ik getipt had voor de gouden palm een prijs. Achteraf bekeken, zie ik dat ik vooral gegaan ben voor "veilige" keuzes: films die waarschijnlijk een groot publiek kunnen aanspreken. Als extra kanshebbers had ik ook nog drie andere films: Triangle of Sadness (die uiteindelijk met de palm ging lopen), Decision to leave (die de prijs voor beste regie won) en Armageddon Time (die helaas met lege handen naar huis ging).
Wie de afgelopen weken de berichtgeving over het festival van Cannes volgde, werd om de oren geslagen met het aantal minuten staande ovatie dat elke film kreeg. Het aantal bulderende lachsalvo's werd niet bijgehouden, maar het zou mij niet verbazen als dat aantal het hoogst was bij Triangle of Sadness. "Heerlijk cynisch!" tweette ik na afloop van de film. Al van in de eerste scènes zie je hoe Östlund met alles en iedereen de draak steekt.
Carl doet auditie als mannelijk model. Het is een van de weinige beroepen waar mannen tot drie keer minder verdienen dan vrouwen. De "opwarmer" van dienst legt uit hoe een model voor een foto voor Balenciaga (het duurdere merk) minachtend moet neerkijken op de klant, terwijl er voor een foto voor H&M (het goedkopere merk) een brede glimlach moet opgezet worden. Er wordt een spelletje Balenciaga / H&M gespeeld waarbij een handvol modellen in een fractie van een seconde van de ene pose naar de andere overgaat, en terug. Het is een voorafspiegeling van de contrasten die zullen volgen in de rest van de film.
Triangle of Sadness bestaat grofweg uit drie delen.
Verdiende Triangle of Sadness de gouden palm? Ja, dat vind ik wel. Ik vond het een zeer genietbare film met heel veel verschillende niveaus van humor.
Dat Park Chan-Wook ging lopen met de prijs voor beste regie hoeft niet te verbazen. Wanneer detective Hae-Jun vanuit zijn wagen verdachten bespiedt, dan zie je hem op het scherm aanwezig in de ruimte die hij observeert. De intelligente keuzes van de regisseur zijn heel duidelijk eenmaal je er op let. Hae-Jun staat gekend om zijn scherpe geest, maar wanneer hij de zelfmoord van een man onderzoekt, raakt hij in de ban van de vrouw van het slachtoffer. Hij beseft te laat dat hij zijn gevoelens laat primeren op zijn werk. Na het afsluiten van de zaak wordt hij overgeplaatst naar een andere regio. Daar ontmoet hij tot zijn verbazing dezelfde vrouw met een nieuwe man. Niet veel later wordt die man vermoord teruggevonden.
Door de manier waarop het verhaal gebracht wordt en door de veel twists en turns (die wat aan Basic Instinct deden denken, maar dan zonder de seks) is Decision to Leave een intrigerende film. Ik zag hem niet als mogelijke winnaar van de gouden palm, maar de prijs voor de beste regie verraste me niet.
De recentste film van James Gray speelt zich af in de periode kort voor Ronald Reagan president werd van de Verenigde Staten. Anne Hathaway speelt de moeder van twee zonen, waarvan de jongste, Paul, naar gemeenschaponderwijs gaat. De oudste, Ted, gaat naar een dure privéschool waar we onder andere Fred en Maryanne Trump (de vader en zus van Donald) ontmoeten. Paul heeft een nauwe band met zijn grootvader, gespeeld door Anthony Hopkins, die hem onder andere over de joodse afkomst van de familie vertelt en hun vlucht uit Europa. Pauls beste vriend op school is het zwarte schaap van de klas, Johnny. De kleur van het schaap mag je letterlijk nemen, want Johnny is één van de weinige zwarte leerlingen op school. Hij krijgt dan ook af te rekenen met heel wat vooroordelen. Zijn grootvader en zijn beste vriend zijn de twee mensen die Paul het meest vertrouwt. Wanneer er iets met hen gebeurt, wordt zijn leven danig op zijn kop gezet.
Net als Triangle of Sadness is dit een film over privileges, maar dan op een heel andere manier gebracht. Het is vooral een coming-of-age verhaal waarbij Paul begint te beseffen hoe de wereld in elkaar zit, en dat het leven niet altijd eerlijk is. Voor mij verdiende Armageddon Time ook wel een prijs, maar de jury van Cannes dacht daar anders over.
Behalve de zes reeds vermelde competitiefilms vond ik ook Crimes of the Future (die ook met lege handen naar huis ging), Close (die een gedeelde Grand Prix won) en EO (die een gedeelde Prix du Jury won) goed. Ik ging ervanuit dat de film van Cronenberg een jaar na de winst van Titane weinig kans maakte; ik dacht ook dat het nog te vroeg was voor Lukas Dhont om al een gouden palm te scoren. Na de Caméra d'Or voor Girl, vormt de Grand Prix voor Close een logisch vervolg dat ooit wel eens zal uitmonden in een gouden palm. EO vond ik origineel, maar ik had er een paar bedenkingen bij.
"Een vintage Cronenberg," tweette ik na de film. In een toekomst die niet zo veraf lijkt, lijden mensen geen pijn meer. Sommige mensen ontwikkelen bovendien nieuwe organen die op het eerste gezicht geen nut hebben. Er zijn mensen die daarvan gruwen, zoals de moeder die in de openingsscène haar zoontje vermoordt. Er zijn mensen die daar een spektakel van maken, zoals Saul Tenser (Viggo Mortensen) en Caprice (Léa Seydoux). Caprice tattoeert Sauls nieuwe organen, en verwijdert ze vervolgens chirurgisch onder toezien van een gefascineerd publiek. "Chirurgie is de nieuwe vorm van seks," is één van de slagzinnen uit de film. In de zijstraatjes zie je geen kussende koppeltjes, maar mensen die elkaar met een mes bewerken.
Ik las dat verschillende toeschouwers tijdens de vertoning in Cannes de zaal verlieten in de eerste vijf minuten. Ik zat ook in die zaal en misschien waren dat mensen die inderdaad de nogal aparte premisse van de film walgelijk vonden. Ik wil wel even opmerken dat ik tijdens elke film die ik in Lumière zag, mensen heb zien weggaan. Dat heeft niet altijd iets met de film zelf te maken, soms komt het gewoon door het feit dat wie een ticket heeft, verplicht is dat ticket te gebruiken. Ik heb in ieder geval genoten van Crimes of the Future.
Saul Tenser komt op een bepaald moment tussen twee vuren terecht. Hij weet niet goed meer wiens kamp te kiezen:
Wanneer er een paar moorden gebeuren, weet je als kijker op het einde van de film hoe de vork in de steel zit, maar Saul zelf tast in het duister. Eigenlijk zou hier een goede serie van een tiental afleveringen van een uur uit kunnen voortvloeien, waarbij Saul en Caprice beetje bij beetje het mysterie oplossen. Ik zou daar zeker naar kijken.
Lukas Dhont zegt dat hij voor het scenario van deze film uit zijn eigen leven heeft geput, maar ik denk dat iedereen zich ergens wel in het verhaal dat hij met Close brengt kan herkennen. Wanneer je als twaalfjarige de lagere school verlaat en aan het middelbaar onderwijs begint, dan onderga je een heleboel veranderingen. Je maakt nieuwe vrienden; je creëert afstand met je oude vrienden. Dat gaat meestal niet zonder horten of stoten. Het proces van die overgang wordt in Close mooi in beeld gebracht.
Net zoals bij Girl is Lukas Dhont erin geslaagd zeer overtuigende acteurs te vinden om dit herkenbare verhaal vorm te geven. Ik heb het dan uiteraard over Eden Dambrine die Léo speelt, maar ook over Emilie Dequenne in de rol van moeder van Léo's vriend Rémi. Hun acteerprestaties zorgen voor een het delicate evenwicht dat essentieel is voor dit soort gevoelige film.
Ik heb even mijn tweet over deze film terug opgezocht: Het leven zoals het is ... als je een ezel bent. Een beetje zoals "Cow" maar dan "Donkey".
Wat ik toen schreef, klopt maar deels. Net zoals in Cow volgen we van nabij het leven van een viervoeter, maar EO (of Hi-Ho zoals de film ook genoemd wordt) is fictie. Een ezel wordt "gered" uit een circus en maakt dan een hele reeks omzwervingen. Door een samenloop van omstandigheden wordt hij bijvoorbeeld matchwinnaar van een voetbalmatch, maar even later wordt hij mishandeld door hooligans. We zien ook een aantal van zijn droomscènes met herinneringen aan zijn eerste eigenares bij het circus. EO is een onderhoudende film, maar ik vrees dat hij niet zal blijven plakken. Er werden ook op het gebied van sound vreemde keuzes gemaakt. Bij momenten werkte het geluid eerder storend dan ondersteunend. Ik twijfel een beetje of ik EO bij de goede dan wel bij de minder goede films moet indelen. EO won wel een Prix du Jury, ex aequo met Le Otto Montagne.
Les Amandiers (die niets won) en Stars at Noon (die de Grand Prix moest delen met Close) waren voor mij minder goede films. Ze waren niet echt slecht, maar in mijn totale ranking van alle films die ik in Cannes zag, staan ze in de tweede kolom.
Les Amandiers verwijst naar een theaterschool in Nanterre (opgericht door Patrice Chéreau en Pierre Romans) waar in de tweede helft van de jaren '80 een aantal jongeren de ziel uit hun lijf spelen om toegelaten te worden tot de opleiding. Wie slaagt, mag mee naar The Actors Studio in New York. Er wordt veel gerookt. Er worden drugs genomen. Er wordt (buiten beeld) veel geneukt. Er is ook de plotse angst voor AIDS. De Engelse titel van de film is Forever Young en draait vooral rond het "onmogelijke" koppeltje Stella en Etienne. Stella is een nogal wereldvreemd rijkeluiskindje; Etienne is de verslaafde zoon van een alleenstaande moeder. Je ziet al van ver dat dit op een drama zal uitdraaien.
Ik vermoed dat er heel wat autobiografische elementen uit het leven van regisseuse Valeria Bruni Tedeschi in de film verwerkt zitten, maar als iemand die ook jong was in de jaren '80 dacht ik constant: ik vond Fame toen beter als film. Ik raakte nooit emotioneel betrokken bij Les Amandiers.
Ik was eerst wat op het verkeerde been gezet. Ik had gelezen dat dit een politieke film was over gebeurtenissen in het Nicaragua van 1984, maar toen de film begon, waren er tal van verwijzingen naar Covid-19 (mondmaskers, alcohol om de handen te ontsmetten, etc.). Ik kon mezelf gelukkig snel genoeg voorhouden: die anachronismen zijn onbelangrijk; het is het verhaal dat telt. Dat verhaal is op zich niet slecht: Daniel is een Brit die in Nicaragua verblijft in opdracht van een bedrijf uit de oliesector. Hij wordt, zonder zich daar aanvankelijk bewust te zijn, van nabij gevolgd door de C.I.A. Het is pas als love interest Trish opduikt dat hij beseft dat de man waarmee hij zaken wil doen een Portoricaan is die voor de US werkt. De grond onder de voeten van Daniel en Trish wordt heter en heter, maar vluchten is niet evident.
De film had veel beter kunnen zijn als hij minstens een half uur minder lang had geduurd. Nu zitten we twee uur en een kwartier dicht op de (weliswaar mooie) huid van het ongewone koppeltje, en dat is ietwat van het goede te veel. Op een bepaald moment ben ik mentaal afgehaakt bij deze film. Het kon mij allemaal niet veel meer schelen wat er met deze twee mensen gebeurde. Ik was verrast dat deze film met de Grand Prix ging lopen; Close was veel beter.
Verder waren er een viertal films die ik echt niet goed vond: R.M.N., Brother and Sister, Tchaikovski's Wife en Pacifiction. Ik heb met mensen gepraat die deze films schitterend vonden, dus je hoeft me niet te geloven. Over smaken valt nu eenmaal moeilijk te twisten. Mijn grootste probleem met deze drie films was dat ik er niet in slaagde sympathie op te brengen voor de hoofdpersonages. Dat is niet altijd een vereiste, maar in deze drie gevallen was het een hinderpaal om de films goed te vinden.
Matthias verliest na een daad van agressie zijn job in Duitsland en vlucht terug naar zijn thuisland Roemenië. Daar heeft hij een vrouw waar hij niet van houdt, een zoon waar hij een man van wil maken, een oude vader wiens gezondheid niet meer dat is, en een maîtresse die die op zoek is naar werknemers voor de lokale broodfabriek. Dat zoeken naar personeel is niet gemakkelijk: ofwel werken Roemenen in het buitenland omdat daar meer te verdienen valt, ofwel verkiezen ze thuis te blijven omdat werken niet zo gek veel meer oplevert dan een uitkering. Wanneer de broodfabriek buitenlandse werkkrachten aantrekt, is dat niet naar de zin van de lokale Roemeense bevolking, Matthias incluis. Zij moeten die buitenlanders die "hun werk komen afpakken" niet.
Er zit flink wat donkere ironie in deze film, maar wat had ik een hekel aan dat hoofdpersonage. Ik kon geen greintje begrip opbrengen voor Matthias. Wat een eikel was me dat! Ik slaagde er helaas niet in om me over mijn afkeer voor de persoonlijkheid en het gedrag van dat personage te zetten. Dat verpestte de film voor mij.
Een succesvol auteur wil niet dat zijn zus, een gevierde zangeres, mee rouwt bij het overlijden van zijn zoon, haar neefje. Er is duidelijk iets misgelopen in de relatie tussen broer en zus. Beiden ontlopen elkaar zo veel mogelijk. Wanneer hun ouders echter levensgevaarlijk gewond geraken in een ongeluk, wordt het moeilijker en moeilijker voor broer en zus om elkaar te vermijden. Hun moeder ligt in een coma; hun vader is bij bewustzijn. Er is ook nog een derde kind, een zoon die zowel met de broer als met de zus kan converseren.
Beetje bij beetje kom je als kijker meer te weten over de oorzaak van de familievete, maar tenzij ik iets gemist heb, snap je nooit helemaal waar die diepe haat vandaan komt. Er zijn verklaringen, maar die kwamen me weinig plausibel over. Misschien komt dit doordat ik enig kind ben en de relatie broer-zus me vreemd is; misschien moeten we aannemen dat een sequentie van gebeurtenissen tot een irrationele breuk heeft geleid. Ook hier had ik hetzelfde probleem als bij R.M.N.: ik kon me geen moment inleven in deze vreselijk irritante mensen.
Antonina wordt smoorverliefd op de beroemde componist Tchaïkovski en doet er alles aan om zijn aandacht te trekken. De componist zelf heeft echter geen interesse in vrouwen; hij heeft het meer voor jonge mannen. Toch gaat hij in op de vraag van Antonina in en besluit hij met haar te trouwen, op voorwaarde dat ze "als broer en zus" kunnen leven. Het huwelijk werkt langs geen kanten omdat Antonina te veeleisend is naar Tchaikovski's goesting. Toch wil Antonina van geen scheiden weten. Ik had gehoopt op een film genre Camille Claudel, maar waar ik heel veel sympathie kon opbrengen voor Isabelle Adjani die steeds dieper afdaalt in een spiraal van waanzin, stoorde ik me aan het irrationele gedrag van Antonina. Het mocht dan wel allemaal prachtig in beeld gebracht zijn, ik haakte af omwille van het verhaal.
Met zijn twee uur en drie kwartier was Pacifiction de langste film op het programma. Dat was zeker een uur (en veel gratuit Polynesisch semi-bloot) te veel. De hele film draait rond de figuur van De Roller, de Hoge Commissaris van de Franse overheid in Frans Polynesië. Zijn functie deed me een beetje denken aan een CEO in een bedrijf waar al jaren dezelfde routine gevolgd wordt. Hij lijkt een belangrijke rol te hebben, maar of hij er nu is of niet, maakt totaal geen verschil. Als een echte Fransman trekt De Roller zich daar echter niets van aan. Hij laat het zich allemaal welgevallen. Hij heeft het ideale politieke postje vast.
Maar dan doen er plots geruchten de ronde dat Frankrijk overweegt om opnieuw nucleaire testen uit te voeren in de regio. Dat stuit uiteraard op verzet van de lokale bevolking. Aanvankelijk gelooft De Roller er niets van, maar de aanwezigheid van verdachte figuren, zoals een Portugees die beweert dat zijn paspoort gestolen werd en een mysterieuze Amerikaan die de gemoederen lijkt op te hitsen, doen hem twijfelen. Het lijkt erop dat de Franse overheid hem niet alles vertelt wat hij als Hoge Commissaris hoort te weten. Welk spel wordt er met hem gespeeld?
Wanneer hij duikboten in Polynesische wateren ontwaart, zie je hoe de wereld zoals hij die kende traag maar gestaag onder de voeten van de Hoge Commissaris verdwijnt. Dat had een mooie film kunnen opleveren, ware het niet dat ik me constant zat te ergeren aan de onbeslistheid en lafheid van het hoofdpersonage. Ik heb de film uitgezeten. Zelfs de tergend lange dansscène van de admiraal op het einde heb ik getolereerd in de hoop op een bevredigend einde, maar zelfs dat bleef uit. Echt niet mijn ding.
Tot slot een film die in de prijzen viel en waar ik echt niets mee had. Tori and Lokita zit in mijn bottom 3 van alle tijdens het festival geziene films.
Toen Tori geboren werd, kreeg zijn oom een ziekte. Tori moet dus wel behekst zijn; hij dankt zijn leven enkel aan de bescherming die hij genoot in het weeshuis waar hij gedumpt werd voor hij naar België vluchtte. Lokita is economische vluchtelinge. Bij elk telefoontje met haar moeder gaat het over geld dat ze naar haar thuisland moet sturen om de school van haar broers te betalen. De twee zijn respectievelijk 10 en 17 jaar oud en geen familie van elkaar. Ze komen zelfs uit een ander land (Benin en Kameroen), maar ze doen alsof ze broer en zus zijn in de hoop dat Lokita net als Tori een verblijfsvergunning kan krijgen om in België te kunnen blijven.
De wereld waarin ze op basis van deze leugen terechtkomen, is volledig tegen hen:
Je merkt het: de film is een opeenstapeling van vreselijke toestanden die enkel worden doorbroken door nu en dan een vrolijk liedje. De boodschap van de broers Dardenne ligt er vingerdik op: al deze miserie zou kunnen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Het volstaat om meisjes zoals Lokita zonder veel vragen te stellen papieren te geven. Dan kan ze immers in de zorg gaan werken en vinden figuren zoals Betim geen personeel meer om drugs te telen en te verkopen. Ja, dit is echt een sociaal-realistische film zoals we van de Dardennes gewoon zijn (*roloog* en *zucht*).
De opbouw naar die conclusie hangt zo met haken en ogen aan elkaar dat de boodschap heel ongeloofwaardig overkomt. Je merkt ook aan mijn beschrijving dat er geen greintje nuance in deze film zit. Extremisme verschijnt, waar nuance verdwijnt. Tori and Lokita is wat mij betreft een propagandafilm die meer thuishoort op een partijcongres van de PVDA dan op een filmfestival.
Op de VRT werd de film geprezen omdat hij meer dan tien minuten applaus kreeg. Wat de journalist er niet bijvertelde, is dat er ook flink wat boegeroep te horen was in de zaal. Dat geroep kwam niet van mij, maar ik was wel aanwezig en ik heb het duidelijk gehoord. De broers Dardenne werden bekroond met een prijs die speciaal voor de 75ste editie van het festival van Cannes in het leven werd geroepen. Aangezien het hun negende film was in competitie, verdienden ze misschien wel een presentje bij deze jubileumuitgave, maar ik ben blij dat het geen echte prijs werd voor Tori and Lokita, want dat zou echt niet verdiend geweest zijn.
Ik heb vijf films die meedongen naar een gouden palm gemist. Daarvan won alleen maar Le Otto Montagne een prijs (de Prix du Jury, ex aequo met EO). Ik miste ook Leila's Brothers, Nostalgia, Showing Up en Mother and Son. We hadden ervoor kunnen kiezen alle competitiefilms te zien, maar dan hadden we daar andere films voor moeten opofferen. Keuzes maken is niet altijd gemakkelijk op zo'n festival ;-)